Het was weer dinsdagavond. Ruim op tijd (lees zeker 3 minuten voor het eerste fluitsignaal) stapte ik de zaal in. Vandaag een belangrijke wedstrijd. Na vorige week waren de onderste drie ploegen in de Klasse A onverwacht weer dichter bij elkaar gekomen qua punten.  De spanning was weer terug. Na weken een teleurgestelde, bijna depressieve Ronald door de Vliegende vaart te zien lopen, was er vorige week al een kleine glimlach op zijn gezicht te zien. Het fanatisme was weer een beetje terug op zijn gezicht. Ook een korte conversatie tussen ons, wat later op de avond maakte het duidelijk: Als het aan hem ligt, is nog alles mogelijk.

Voor ons had deze avond de andere degradatiekandidaat NHI geen punten weten te pakken tegen een van de toppers in onze klasse. We hadden dus nog alles in eigen hand. Aan de andere kant van het net leek het even of de bankencrisis ook in de sporthal zijn tol had geëist, want er stonden slechts

5 spelers op het veld. Niet de minste, dat wisten we wel. Ook in de legendarische peptalk (althans bij ons team) van onze coach werd nog een benadrukt dat vijf spelers aan de overkant eerder een nadeel kan zijn dan een voordeel. We waren gewaarschuwd.

Even later klonk het bekende: “Scheidrechters, U kunt de ploegen opstellen”.

De vaste waarden van ons team zetten zich op de plaatsen mid- en rechtsvoor in de beginopstelling, en de rest drapeerde zich daar als een passende warme deken om heen. Op de stoel klom toen een niet nader te noemen persoon, teamlid van een van de andere degradatiekandidaten. Een teamgenote van hem begaf zich richting telbord. Geen verkeerde taakverdeling dacht ik als eerste, want jaren geleden heeft de niet nader te noemen persoon in kwestie mij geprobeerd de beginselen van wiskunde bij te brengen. Dus of tellen nu zijn ding is laat ik nu maar in het midden.

Als een veldheer keek de persoon op de scheidsrechtersstoel over het strijdtoneel neer en leidde de strijdende partijen overigens op een goede manier. Hulde daarvoor. Binnen enkele minuten bleek de waarschuwing van onderschatting niet misplaatst en stonden we met z’n zessen op een kansloze achterstand tegen een gemotiveerd vijftal. De eerste set was snel voorbij en werd kansloos door ons verloren. Ondanks dat de scheids neutraal op bleef stellen kwam er toch een lach van oor tot oor op zijn gezichtje tevoorschijn. In zijn achterhoofd was hij aan het rekenen, dat was wel duidelijk. Ook de tweede set leek voor ons op een catastrofe uit te draaien.

De scheids verslikte zich bijna in zijn fluitje, want door die lach van oor-tot-oor, daar kon die fluit wel heel gemakkelijk door. Maar bij een stand van 16-23 voor het bankwezen keerde de wedstrijd zich volledig. En mede door een aantal geplaatste opslagen van onze speler/coach werd het 24-24. Het geloof was terug bij ons en met een aantal spannende rally’s wisten we deze set winnend af te sluiten met een overtuigende stand van 26-24.

De kopjes van onze tegenstanders hingen even naar beneden, dit kwam toch aan. Maar hun lichaamshouding viel in het niet met de teleurstelling die af te lezen op het gezicht van de scheids. Hij stapte dan ook even van de stoel af en zocht wat troost bij de teller aan de andere zijde van het veld.

Het kostte hem wat moeite, maar met opgeheven hoofd beklom hij toch de stoel weer en floot de wedstrijd tot het einde toe heel netjes af. Ook de laatste set werd door ons gewonnen. Zichtbaar teleurgesteld gaf hij ons een hand na afloop van de wedstrijd. Sindsdien hebben we geen spoor meer van hem vernomen.

Volgende week de laatste ronde. En een conclusie trekken is natuurlijk gevaarlijk maar ééntje durf ik er hier wel te vermelden: Als we de laatste wedstrijd 24 set meer winnen dan onze tegenstanders worden we kampioen in de champions-leage van de Bevobo.

Via deze weg willen we alle teamgenoten van deze niet bij naam te noemen scheids vragen de komende tijd extra lief te zijn voor hem. Hij verdiend het. Tevens wens ik jullie allemaal fijne feestdagen toe en volgend jaar zien we elkaar weer terug.

Groetjes Kri-tiek (geen neder-belg deze keer)