Niet alleen komen ze om te volleyballen maar ook om de emoties te stimuleren en de hersencellen te inspireren, wat in woorden gevat hieronder neergezet is….
Ik ben gebouwd voor comfort, niet voor snelheid

Volleybal

COLUMN MAIKEL HARTE|  Wie mijn postuur ziet denkt niet meteen aan sport en dat begrijp ik volkomen. ,,Ik ben gebouwd voor comfort, niet voor snelheid”, zeg ik altijd. Toch heb ik ruim een jaar geleden een nieuwe sport gevonden: volleybal. 

Maikel Harte 26-05-18, 07:00 

Dat had ik nooit gedacht. In mijn jeugd heb ik gevoetbald en getennist en mijn favoriete kijksport is wielrennen en dus wil ik in een gekke bui nog weleens op een koersfiets stappen, maar volleybal is altijd een ver-van-mijn-bedshow geweest. 

Ruim een jaar geleden werd ik echter door een kameraad gevraagd of ik wilde invallen bij de Bevobo (de competitie van de bedrijfsvolleybalbond). Hij was ten einde raad, had iedereen al gevraagd, en kwam uiteindelijk bij mij terecht. Tot zijn en mijn eigen verbazing zei ik ja. Wat een verrassend leuk spelletje is dat en ik baalde dat ik op een gegeven moment niet meer moest invallen. Dit leidde uiteindelijk tot een eigen vriendenploegje. Het eerste seizoen zit erop en wat heb ik er van genoten. 

Of anderen dat ook altijd van mij hebben gedaan is de vraag. Ik erger me altijd als ik sporters commentaar op de leiding zie geven, maar wie stond er dit seizoen te discussiëren met een scheidsrechter of een bal in of uit was: ik. Belachelijk natuurlijk: ik speel op het allerlaagste niveau, als ik spring kan er nog geen krant tussen en misschien als ik eens een goeie dag heb krijg ik die bal over het net. Het is dan natuurlijk schaamteloos dat ik tegen een arbiter ga zeggen dat hij het niet goed gezien heeft. Ik beloof beterschap komend seizoen, maar ik heb een kant van mezelf ontdekt die niet altijd even fraai gedrag oplevert: altijd willen winnen. Na afloop is echter ook altijd alles weer vergeten en vergeven, dan is het tijd voor een pint en een bitterbal. Dat hoort er ook bij, ik wil dan ook weer niet zo graag winnen dat ik dat ga laten staan. Best hypocriet als ik er zo over nadenk.

Bron: https://www.pzc.nl/maikel-harte/volleybal~a6249656/     

Verenigde Naties.
We zijn alweer een tijdje bezig om onze vrije dinsdagavonden te vullen met een lekker potje volleybal. Vaak zien we, aan het begin van het nieuwe seizoen, dat er andere (nieuwe) teamnamen staan ingevuld in het wedstrijdschema. Zo ook dit jaar. Op het schema stond de naam “UNPO” ingevuld. Een volleybalclub die vroeger “HPVL” bleek te heten, en bestond/bestaat uit 3 teams. Omdat ik nogal nieuwsgierig van aard ben, dook ik achter de computer en Googelde de naam “UNPO”. Ik kwam terecht op een site van de Verenigde Naties! En las dat “UNPO” staat voor: Unrepresented Nations and Peoples Organization. Oftewel vrij vertaald: Organisatie voor Niet Vertegenwoordigde Naties en Volkeren. Ik dacht meteen: Maar binnen de BEVOBO zijn toch verschillende “bevolkingsgroepen” wel vertegenwoordigd? Ik dacht aan ASTER (Antillianen Surinamers Terneuzen), een “bevolkingsgroep” die al menig jaartje meespeelt in de BEVOBO. Toch is hun naam niet meer correct, want met regelmaat zien wij bij ASTER iemand met Pools bloed spelen. Ik dacht ook aan Yildiz, waar veel van onze Turkse medelanders spelen. En speelt er niet een lieftallige Braziliaanse bij C 1000; een fries bij ZVVV, en een Tukker bij de Pooter, om er zomaar een paar te noemen?

Omdat volleyballers, uit allerlei bevolkingsgroepen en uit allerlei landen,  gewoon kunnen spelen bij diverse teams binnen de BEVOBO, vroeg ik me af, of een club voor “niet Vertegenwoordigde Naties en Volkeren” wel nodig is binnen de BEVOBO.

Ik trok mijn stoute (volleybal)schoenen aan en informeerde bij een speelster van UNPO 2, hoe het kon dat zij de Verenigde Naties zover hadden gekregen om hen te sponseren! En daar kwam de aap uit de mouw: Zij vertelde mij dat UNPO staat voor: “Uit Noordstraat Promenade Ontstaan”. Een club van volleyballiefhebbers, die graag een potje ballen, aan “wedstrijdevaluatie” doen en waar mensen, die eigenlijk géén training nodig hebben wel trainen en spelers die het juist zó hard nodig hebben, thuis blijven! “Ook is het een club”, zo zei ze, “waarbij volleybalspelers/speelsters uit elke natie of bevolkingsgroep welkom zijn, ongeacht kleur, ras, geloof en sekse!” Tot slot vertelde zij mij, dat zij voor de komende 3 jaar een nieuwe shirtsponsor hebben; Nog niet vertegenwoordigd bij de BEVOBO!: Een Aziatisch Restaurant.

Dus toch een héél klein beetje VN!

Richard van Elst

Er is "een tijd van komen" en........(een ode aan Wilmar Wullems)
Op de laatste ledenvergadering van de BeVoBo werd het maar weer eens al te duidelijk:
Op een gegeven moment gaat het lichaam steeds vaker protesteren tegen de wekelijkse
inspanningen, die geleverd worden op de dinsdagavond. En dan heb ik het natuurlijk niet over de
“inspanningen” van na 22.30 uur. Nee, in of aan de pols mankeert hij niets! Tijdens de zogenaamde
nabesprekingen van de wedstrijden was hij er vaak bij, maar altijd op zijn rustige manier. Hij liet
zijn pols meer in het veld zijn werk doen, door de ballen, veelal diagonaal, hard en zuiver in het veld
van de tegenstander te slaan! Een topspeler was hij bij de plaatselijke Volleybal-Vereniging
Scheldesport. Hij werd gevraagd te komen spelen bij Morres-heren en bij de Sterre, maar hij bleef
“zijn” club trouw! Hij speelde praktisch vanaf het ontstaan van de BeVoBo, in de dinsdagavond
competitie mee. Dat deed hij in het hoogste team van zijn werkgever DOW. Hij heeft de tijd nog
meegemaakt dat de “sportkantine” van sporthal “het Zwaantje” in Terneuzen, bestond uit een
blikjesautomaat! Het duidde er al op dat ook bij hem de sportjaren gingen tellen. Jaren waarbij hij zijn ziel
en zaligheid aan de sport heeft gegeven.
En dan is er die ledenvergadering, die hij als betrokken lid bijna elk jaar trouw bezocht. Bij de
rondvraag kwam hij met de mededeling dat dat zijn sportcarrière er zo goed als zeker op zit…………
Het lichaam protesteert en dan de knieën in het bijzonder. Slijtage ………..Het was even stil.
Zo werd het dan voor een ieder weer eens duidelijk, dat er eens een “tijd van gaan”zal komen!
Of hij nog weleens zal komen kijken? Dat zal vast wel. Maar dan, als talentvol fotograaf, vast en zeker
gewapend met een fototoestel, om zo zijn grote SportLiefde op de gevoelige plaat vast te leggen!
Wilmar…..bedankt voor de mooie volleybaljaren die wij als kijker/ medespeler/ en tegenstander met
jou mochten delen!

Richard van Elst.

Gemengd douchen?
Daar zaten ze dan weer in de kleedkamer. Uitgeput, na weer een avondje lekker ballen.
Maar ze waren weer eens niet alleen! Opnieuw waren de kleedkamers bij de mannen overbevolkt! Het viel voor de spelers die net iets later uitgespeeld waren, niet mee zich een weg te banen door en over de sporttassen, zweetshirts en sportschoenen. En om dan ook nog een fatsoenlijke zitplaats te vinden, waar je even lekker uit kan zweten en je na een heerlijke douche kan omkleden, valt al helemaal niet mee. “Ik snap er niets van ,” zei John “dat het bestuur hier niets aan doet! In vorige ledenvergaderingen is er met regelmaat het verzoek gekomen om van de 4 beschikbare kleedkamers, er 3 voor de heren te reserveren en ééntje voor de dames. Je moet eens tellen hoeveel vrouwen er spelen in de klasse A, B en C! Meer dan 12 zullen dat er vast niet zijn! En dan hebben zij evenveel doucheruimte als pakweg 60 mannen! ………..Is het nu zo moeilijk om, als beheerder van de sporthal, elke dinsdagavond tussen half 8 en 8 uur de bordjes even te wisselen, zodat de dames één ruimte hebben en de heren er drie?”
Zijn gesprekspartner was het daar wel mee eens maar stelde, dat wanneer de beheerder dit niet kan doen, hier een taak is weggelegd voor het bestuur: “Als je eens weet dat mensen van het bestuur, zoals Ronald en Louis, hier bijna altijd vroeg en op tijd zijn, dan is het voor hun toch ook maar een kleine moeite om dit even te doen?” zo stelde Frits.
De net binnengekomen Gemeenteambtenaar (die zich volgens ingewijden, alleen op de dinsdagavond in het zweet werkt), en die het gesprek aangehoord had, stelde voor om anders gezamenlijk, dus gemengd, te gaan douchen.
“Zo los je het probleem in één keer op en zadel je de beheerder en het bestuur niet op met een “extra taak”. Veel mannen zagen dit idee wel zitten en wilden hun “goddelijke lichamen” delen onder de douche, met het vrouwelijke schoon, maar de meerderheid koos toch voor een ander aanpak!
“Dan wordt het tijd dat er door “de Ombudsman” eens een column aan gewijd wordt”, zei Pieter, “misschien werkt dat wel weer net zo goed als bij -Hoezo blond?- en worden er eindelijk eens maatregelen genomen”.
Dus bij dezen!

Richard van Elst

Hoezo Blond?
Daar zaten ze dan; Moe en uitgeput, op het bankje in de kleedkamer.
Ze hadden deze avond hun “goddelijke” lichamen weer afgemat en verkeerden in hun gedachtewereld nog steeds in de bloei van hun leven.
Maar als je goed kijkt,……………. dan zie en weet je wel beter.
De “mannelijke” rondingen vertonen zich al boven het middel en qua leeftijd zijn ze de 50 al ruim gepasseerd.
Na wederzijds geïnformeerd te hebben wat men had gedaan deze avond, kwam naast een kort verslag over het spel, iets heel anders ter sprake. Het bleek, dat beide heren, ook nog hun telkwaliteiten hadden getoond als zogenaamde 2de scheidsrechter.
“Die 1e scheids die heeft het maar wat makkelijk,” zei de één vol jalousie.
“Die zit en/of leunt op de bok, en de teller moet telkens maar bukken om het bordje om te draaien. Dat daar het bestuur nog niets op gevonden of aan gedaan heeft, dat snap ik niet!”
Zijn gesprekspartner was het daar helemaal mee eens.
“Het wordt tijd dat ze daar eens wat aan gaan doen!” sprak hij vurig!
“Maar hebben jullie dat blonde jonge ding dan niet gezien op veld 6? Die had het véél slimmer aangepakt”, zei een derde, zich in het zweet gewerkte doucher.
“Nou kijk ik natuurlijk wel naar al de vrouwlijkschoon dat hier zo rond hobbelt, maar wij speelden op veld 3,…………………….. dus nee, haar hebben wij niet gezien”zei de ander.
“Zij had een grote prullenbak naast zich staan met daarop het telbord! Zij hoefde zich dus niet telkens te bukken!”.
“Laten we een stukje schrijven voor op de site, misschien helpt dat en schaft het bestuur of de gemeente, 8 grote plastic vuilnisbakken aan! Dat moeten toch niet de kosten zijn!”.
“En gaan ze daar niet toe over, dan kunnen we altijd nog op de ledenvergadering dit voorstellen en ter stemming indienen”.
Ondertussen waren ze alweer droog en aangekleed. En op ging het …… naar een heerlijke “andere” Blonde en een Beugel bij Tonny. Beide sporters toch licht jaloers op dat “blonde jonge ding”, dat net iets slimmer was geweest dan deze doorgewinterde “oude rotten”.

Richard van Elst

Volle maan en gevallen engelen.
Dinsdagavond weer volleybalavond. Nog maar net volle maan op de kalender gepasseerd, verwachtten we ons wel aan bijzondere gebeurtenissen. Nee, niet dat we daarbij, in ons team tenminste, dachten aan weerwolven of aan gynaecologische verschijnselen, maar er moest en zou iets gebeuren na vorige week.

Dat wij toen ons zelf niet waren en vooral tegen ons zelf speelden heeft de smadelijke nederlaag van vorige week wel overduidelijk gemaakt. Dat het daarmee geen geapprecieerd verjaardagscadeau voor onze aanvoerder was moge duidelijk zijn. De geëerde columnist heeft hem vervolgens nog even fijntjes gefileerd, waarvoor nu onze hartelijke dank: we hadden slechts een kleine toespeling op zijn leeftijd nodig om hem voor deze wedstrijd op scherp te zetten.

Overigens laten we zijn uitspraak dat” betreffende columnist beter kan schrijven dan dat hij kan volleyballen” volledig voor zijn eigen rekening.
In een poging om onze aanvoerder nog wat extra moed in te spreken gaf een van de ploegggenoten aan vorige week voor de wedstrijd nog aan het hardlopen te zijn geweest, vandaar wellicht zijn wat mindere prestatie in de wedstrijd. Een overenthousiaste ploeggenoot, die daarna riep dat onze aanvoerder altijd gaat hardlopen en dus……., leverde wellicht niet de meest bemoedigende opmerking. Het was duidelijk Ronald stond op scherp, de overigen hadden gelachen en waren dus hun spanning kwijt.

Twee sets lang heeft het gewerkt en in die periode zat het netengeltje ook aan de voor ons goede kant van het net. We hadden de juiste engelenkaarten getrokken : we speelden met hartstocht en innerlijke orde. Er is nog Hoop.

Ten aanzien van de innerlijke orde is me deze avond trouwens opgevallen dat de mannen van Hermandad bij menige aanval van de tegenpartij toch een gebrek aan orde lieten zien. De lange armen van Mark ten spijt was hij soms een eenzame Don Quichotte vechtend tegen windmolens. Daar waar verwacht mocht worden dat de linies gesloten bleven was niet altijd het geval. Of dat wijken van zijn linies een gevolg was van een onjuiste inschatting van de situatie, dan wel mogelijk een zaak van insubordinatie of anders gebrekkige aansturing is nog voorwerp van nader onderzoek. Helder was wel dat nog niet alle lessen van Haaren klaarblijkelijk zijn geleerd.

In het kleedlokaal later wel een leerzaam moment. Toen een niet nader genoemde speler aan een aantal van zijn ploeggenoten de vraag stelde “ Is speler X de zoon van……”kreeg hij onmiddellijk van 4 eenstemmige ploegmakkers het antwoord “ Het is zeker een zoon”. Platgeslagen door zoveel parate kennis bij zijn ploeggenoten heeft de vragensteller het niet aangedurfd nog verdere vragen te stellen..
Een laatste observatie van deze avond is dat in de Cantina het gezelschap van bier – en energiedrank drinkers is uitgebreid met een whisky-gezelschap. Dat Tonni niet gekozen heeft voor merken met namen als Black Label of Black and White is wellicht uit strategische overwegingen.

Mijn verwondering betreft niet zozeer de keuze van het merk maar het feit dat ik bij de gebruikers eerder een associatie had aan witte rum, tropische stranden, wuivende palmen en hartstocht. Wellicht dat ons koude klimaat hen naar de Schotse Hooglanden heeft verjaagd. Hoe dat inwerkt op de hartstocht …….? Overigens om deze klanten te bedienen moet Tonni zijn glasservies nu nog uitbreiden met de gepaste glazen.

Het was weer een leerzame avond, jammer dat mijn hartstocht kaart voor deze avond toen wel was uitgewerkt.

Nederbelg.

Sommige dingen veranderen nooit.
Na een veel te lange afwezigheid betrad ik afgelopen dinsdag weer eens de sporthal om een potje te ballen. Bij binnenkomst werden door drukke mensen de netten opgehangen met een wiskundige precisie waar pythagoras nog jaloers op zou worden. Niet veel later beklom ik de scheidrechterstoel om eerst een partijtje te fluiten. Een rustige wedstrijd en met de hulp van een bekwame teller/ ploeggenoot die de lijnen aan de andere kant in de gaten hield hadden we alles onder controle. In deze wedstrijd werd ook weer eens pijnlijk duidelijk dat aanstormende jeugd leuk is, maar dat de ‘oudjes’ in het team uiteindelijk de meeste punten maakten. Sommige dingen veranderen nooit. Het oranje-gevoel maakte zich meester van me toen uiteindelijk de ploeg in het oranje met de punten in de pocket het strijdtoneel verlieten.

Daarna een fanatieke warming-up (lees bijpraten) floot een lid van de hierboven genoemde oranje-brigade onze wedstrijd in gang. Al snel ontvlamde er een boeiend gevecht in de arena wat alles in zich had wat het spelletje zo leuk maakte. Dick stond voor en tegelijkertijd wij dik achter, een Jacco die nog in de groei bleek en opbeurende opmerkingen als: als je iets niet kunt, moet je er ook niet aan beginnen. Jullie begrijpen het al: het was weer genieten. Bij een stand van 15-9 werd er gefloten en ik wilde van kant wisselen. Zoals ik al zei hiervoor: het was al een tijdje geleden dat ik was geweest, en even dacht ik dat er maar tot de 15 werd gespeeld. Sommige dingen veranderen dus wel, haha. De eerste set ging kansloos verloren door ons, hetgeen ook de titel van dit stuk weer eens kracht bijzette, immers is het bij ons meer regel dan uitzondering dat wanneer we de eerste set verliezen dit de beste garantie is tot succes in het verder verloop van de wedstrijd. Omgekeerd trouwens ook helaas.

De tweede set herpakten wij ons als ploeg en met een sterk collectief pakten we de setwinst tegen de tot dat moment trotse koploper in onze klasse. De kopjes aan de ander kant van het net gingen al een beetje hangen. Een pep-talk hadden wij niet meer nodig en konden niet wachten om de derde set er eens als een dolle in te vliegen. Zelf had ik al bescheiden geroepen dat ik mijn eigen ongeslagen status dit jaar (ik was nog niet geweest dit jaar) nog vast wilde houden. De tegenpartij had al laten weten dat de derde set verrassend zou gaan worden. Maar in paniek raakten we nog niet echt.

Na een overtuigend fluitsignaal van de scheids begonnen we aan de derde set. De tegenpartij was gedwongen mutaties door te voeren en ging van start in de sterkste opstelling, aldus hun aanvoerder. Even leek hij gelijk te krijgen want bij een achterstand van 15-10 was een time-out van onze zijde een laatste noodgreep. Onze wissels waren al op (we hebben een heel sterk bezette bank, alleen jammer dat die bank thuis staat, en vol ligt met zieken en geblesseerden). Een gouden time-out bleek later want met ruime cijfers en ruim binnen de tijd (4 seconden) pakten we de setwinst en dus wonnen we de match met 2-1. Sommige dingen veranderen nooit.

Tevreden richting de douches, en ook daar bleek dat sommige dingen nooit veranderen, want van de 7 douches werkten er maar weer eens een stuk of 4. Niet veel later dronken we op de verdiende overwinning en een stukje verder zocht een verslagen tegenstander als een praatgroep depressiva steun bij elkaar en de fles. En toen werd er ineens gezongen: lang zal ie leven. Toen werd me ineens werd me ineens wel iets duidelijk: Vroeger werd er alleen gezongen als je 60 werd (of ouder) en tegenwoordig wordt er al voor je gezongen als je er als zestig uitziet. Sommige dingen veranderen dus wel.

Tot de volgende keer.

Kri-tiek

D-day in poule A
Het was weer dinsdagavond. Ruim op tijd (lees zeker 3 minuten voor het eerste fluitsignaal) stapte ik de zaal in. Vandaag een belangrijke wedstrijd. Na vorige week waren de onderste drie ploegen in de Klasse A onverwacht weer dichter bij elkaar gekomen qua punten.  De spanning was weer terug. Na weken een teleurgestelde, bijna depressieve Ronald door de Vliegende vaart te zien lopen, was er vorige week al een kleine glimlach op zijn gezicht te zien. Het fanatisme was weer een beetje terug op zijn gezicht. Ook een korte conversatie tussen ons, wat later op de avond maakte het duidelijk: Als het aan hem ligt, is nog alles mogelijk.

Voor ons had deze avond de andere degradatiekandidaat NHI geen punten weten te pakken tegen een van de toppers in onze klasse. We hadden dus nog alles in eigen hand. Aan de andere kant van het net leek het even of de bankencrisis ook in de sporthal zijn tol had geëist, want er stonden slechts

5 spelers op het veld. Niet de minste, dat wisten we wel. Ook in de legendarische peptalk (althans bij ons team) van onze coach werd nog een benadrukt dat vijf spelers aan de overkant eerder een nadeel kan zijn dan een voordeel. We waren gewaarschuwd.

Even later klonk het bekende: “Scheidrechters, U kunt de ploegen opstellen”.

De vaste waarden van ons team zetten zich op de plaatsen mid- en rechtsvoor in de beginopstelling, en de rest drapeerde zich daar als een passende warme deken om heen. Op de stoel klom toen een niet nader te noemen persoon, teamlid van een van de andere degradatiekandidaten. Een teamgenote van hem begaf zich richting telbord. Geen verkeerde taakverdeling dacht ik als eerste, want jaren geleden heeft de niet nader te noemen persoon in kwestie mij geprobeerd de beginselen van wiskunde bij te brengen. Dus of tellen nu zijn ding is laat ik nu maar in het midden.

Als een veldheer keek de persoon op de scheidsrechtersstoel over het strijdtoneel neer en leidde de strijdende partijen overigens op een goede manier. Hulde daarvoor. Binnen enkele minuten bleek de waarschuwing van onderschatting niet misplaatst en stonden we met z’n zessen op een kansloze achterstand tegen een gemotiveerd vijftal. De eerste set was snel voorbij en werd kansloos door ons verloren. Ondanks dat de scheids neutraal op bleef stellen kwam er toch een lach van oor tot oor op zijn gezichtje tevoorschijn. In zijn achterhoofd was hij aan het rekenen, dat was wel duidelijk. Ook de tweede set leek voor ons op een catastrofe uit te draaien.

De scheids verslikte zich bijna in zijn fluitje, want door die lach van oor-tot-oor, daar kon die fluit wel heel gemakkelijk door. Maar bij een stand van 16-23 voor het bankwezen keerde de wedstrijd zich volledig. En mede door een aantal geplaatste opslagen van onze speler/coach werd het 24-24. Het geloof was terug bij ons en met een aantal spannende rally’s wisten we deze set winnend af te sluiten met een overtuigende stand van 26-24.

De kopjes van onze tegenstanders hingen even naar beneden, dit kwam toch aan. Maar hun lichaamshouding viel in het niet met de teleurstelling die af te lezen op het gezicht van de scheids. Hij stapte dan ook even van de stoel af en zocht wat troost bij de teller aan de andere zijde van het veld.

Het kostte hem wat moeite, maar met opgeheven hoofd beklom hij toch de stoel weer en floot de wedstrijd tot het einde toe heel netjes af. Ook de laatste set werd door ons gewonnen. Zichtbaar teleurgesteld gaf hij ons een hand na afloop van de wedstrijd. Sindsdien hebben we geen spoor meer van hem vernomen.

Volgende week de laatste ronde. En een conclusie trekken is natuurlijk gevaarlijk maar ééntje durf ik er hier wel te vermelden: Als we de laatste wedstrijd 24 set meer winnen dan onze tegenstanders worden we kampioen in de champions-leage van de Bevobo.

Via deze weg willen we alle teamgenoten van deze niet bij naam te noemen scheids vragen de komende tijd extra lief te zijn voor hem. Hij verdiend het. Tevens wens ik jullie allemaal fijne feestdagen toe en volgend jaar zien we elkaar weer terug.

Groetjes Kri-tiek
(geen neder-belg deze keer)

Net Nie en lichaamstaal.
Vanmorgen heb ik er nog speciaal opgelet, onderzocht of ik in staat was de innerlijke toestand van de personen welke ik ontmoette te doorgronden. De start was veelbelovend, de hond trad me kwispelend met haar staart en wapperend met haar oren tegemoet. Een duidelijk geval van blijdschap om het weerzien.

Op het werk werd het al onduidelijker felle blinkende ogen, ontwijkende blikken, zich voortslepende voeten, trots naar achteren geworpen haren, gebogen schouders, fel tikkende hakken. Zoveel expressies van zoveel verschillende emoties en is het dan wat ik denk dat het is.

Gisterenavond bij de Bevobo was ik er getuige van. In de staart van de eerste klasse speelt zich een felle strijd af om het behoud.; kandidaat dalers Cofely, De Pooter, NHI en “Een Wereldspeler die zich zelf blijft”. Rode lantaarndrager NHI trad aan voor een echte 6-punten wedstrijd tegen een mogelijk te pakken tegenstander om zo de aansluiting weer te realiseren. Hooggespannen verwachtingen leverden alvast wat gespannen koppen op, een intensieve warming-up leek de voorbode van een goed resultaat. Geen Spielerei, zoals aan de andere kant van het net, zelfs Ronald had geen tijd om te netwerken. Het moest en zou vandaag gebeuren.

Het werd een wedstrijd van tegenstellingen. Nadat de Pooter de eerste set nipt had binnen gehaald leek HNI in de tweede set herboren te zijn. Schouders werden gerecht, de handen uit de mouwen gestoken en er een stel flinke klappen op gegeven, vonkende ogen en de set was binnen.
Toch leken er ook al voorboden aanwezig voor het naderende onheil. Plots uitgestoken handen haalden de bal net weg voor de ontvangende beschermende armen van ploeggenoten, discussies ontstonden over de gebiedsverdeling. Er was ook geen tijd meer voor een uitdagende grapje door de tegenpartij. De boel stond scherp,het was van de gezichten af te lezen.
De derde set is een kort verhaal, de wet van Murphy voltrok zich, fout stapelde zich op fout, lange lijven zakten in elkaar en korte lijven werden steeds kleiner. Verslagenheid maakte zich meester van de ploeg en de coach wilde zelfs zijn toevlucht niet meer nemen tot een reddende time-out.

Wie na afloop NHI in de kantine heeft zien zitten weet nu waarom de ploeg een achteraf plaatsje heeft gezocht, de gang van coach en aanvoerder Ronald naar de bar voor het ophalen van de drankjes leek op de tocht van een oude man.Weer net nie.
Ik denk te hebben waargenomen dat er inmiddels een mental coach in de arm genomen is om de ploeg weer op de rails te zetten.
Volgende week is de “wereldspeler” de tegenstander en u weet dat deze in tijden van crisis ook niet meer zo gemakkelijk wat weggeven. Voor wie wordt het dan :net nie.

Nederbelg

Net-werken.
In het volleybal speelt het net vaak een belangrijke rol. In de strategie van het spel is het een vaak fel bestreden stuk van het speelveld en het hoofddeel van de strijd speelt er zich rond af. Handen welke hoog opgestoken boven het net een blokkade proberen te vormen voor de vrije doortocht van de bal. Op ongewenste aanraking in dit gebied wordt fel gereageerd, meestal door de scheidsrechter maar anders zeker door de tegenstanders welke deze overschrijding beschouwen als een regelrechte daad van agressie. Het lijnstuk wat zich eronder bevindt maakt eveneens deel uit van dit fel bestreden gebied en de plaats van ieders voeten in deze zone worden dan ook met argusogen gevolgd.

Overigens is het net vaak het eindstation van de bal hetgeen – in het meest gunstige scenario – ons een punt oplevert. Het net fungeert als vangnet voor te gewaagde services, foutieve passes maar ook menige veelbelovende aanvalspoging vindt in het net zijn Waterloo. Het meespelen van de netband is daarbij een bijzondere doorn in het oog. Steeds verkeert de bal in dubio welke kant hij zal kiezen. Na enige aarzeling schijnt hij dan toch telkens een beslissing te nemen en stort vaak tergend traag ter aarde, de reactie van spelers meestal herlijdend tot niet meer dan doelloos gespartel.

Toch heb ik vorige week geconstateerd dat sommige spelers klaarblijkelijk de kunst verstaan om zelfs het net tot hun bondgenoot te maken. Welk een lef om op matchpoint te beslissen je opslag via de netband in het veld van de tegenpartij te doen landen en daarna de tegenstander nog te confronteren met een triomfantelijke blik. Niks geen sorry- bal .Gelukkig functioneert het net dan toch ook even als een fysiek obstakel welke de twee partijen gescheiden houdt. Verder dan een hartige woordenwisseling door de mazen van het net komt het gelukkig niet en worden onder het net door netjes de handen geschud en gaat iedereen op weg naar de kleedkamers. Heeft de wedstrijd je een koude douche opgeleverd omdat je alweer niet gewonnen hebt dan kan een warme douche je alsnog ten deel vallen.

Vervolgens spoeden wij ons naar de kantine om daar verder te gaan netwerken. Contacten welke worden onderhouden en dat gelukkig allemaal zonder verdere rivaliteit. Ja, en ik raak weer net op tijd thuis.

Nederbelg.

Een vliegende start gemist.
Eindelijk na vele weken van vakantie en inactiviteit mochten we met ons team weer aantreden voor de start van de nieuwe volleybal competitie in de Bevobo.In voorbereiding daarop had ik in ieder geval de spelregelwijzigingen doorgenomen, het opwarmingstoernooi de week voordien had ik echter laten schieten.

De coach had nog wel de vraag gesteld of we al voldoende afgetraind waren en niet te veel extra kilo’s meezeulden; gelukkig was dat voor mij niet het geval. Het mailverkeer wat daarop volgde leerde dat anderen daar ook geen last van hadden en zeker al in puike conditie verkeerden. Hoe anders was de werkelijkheid: van conditie was niet echt sprake en het team was met het zelfde aantal spelers toch in gewicht toegenomen Tot overmaat van ramp waren niet alleen de spelregels aangepast maar was de hoogte van het net duidelijk toegenomen en bleek het veld ook over grotere afmetingen te beschikken. Voor de tegenstander was het vervolgens een klein kunstje om ons snel te vloeren.

Overigens maakte ook bij hen een der spelers de opmerking dat zijn teamgenoot hoognodig weer moest gaan trainen. Ook opgemerkt dat er al weer blikken van verbazing naar de scheidsrechter gingen waarin duidelijk onbegrip over de genomen beslissing was af te lezen.

Kortom alles was weer als vanouds.

Een lichtpuntje van deze eerste speelavond was dat ik niet zo’n last had van mijn eerste pint bier. Klaarblijkelijk had ik in de vakantie dan toch nog enige training verricht.
Verder nog volop werk aan de winkel.

Nederbelg.